Bekijk hieronder het Professioneel Statuut van Mentaalvrij
1. Inleiding en doel
1.1. Binnen Mentaalvrij - Mentorplus is er behoefte aan een professioneel statuut voor professionals. Dit professioneel statuut heeft een algemeen karakter en geldt voor alle professionals, los van discipline. Het veelal multidisciplinaire karakter van de zorg die aangeboden wordt, maakt een beschrijving van de verhoudingen in samenhang wenselijk. Voor de discipline arts/psychiater is wegens wettelijk bepaalde verantwoordelijkheden een aantal specifieke artikelen opgenomen.
1.2. Taken en functies van de professionals zijn beschreven in de te onderscheiden functiebeschrijvingen van de professionals in loondienst of in de Overeenkomst van Opdracht in geval van een ingehuurde zelfstandige professional. Deze taken en functies staan niet beschreven in dit professioneel statuut.
1.3. Verantwoordelijkheden, rechten en plichten, en vrijheid van handelen worden enerzijds bepaald door wet- en regelgeving en anderzijds door protocollen, richtlijnen en instellingsgebonden voorschriften.
1.4. Binnen Mentaalvrij – Mentorplus wordt zorg verleend met als doel het voorkomen van geestelijke gezondheidsproblemen en het behandelen ervan.
1.5. De geboden preventie, diagnostiek, begeleiding en behandeling wordt gekenmerkt door deskundigheid, doelgerichtheid en effectiviteit. Over inhoud en kwaliteit van zorg wordt verantwoording afgelegd aan de cliënt, de overheid, het management en andere daarvoor in aanmerking komende partijen.
1.6. Het professioneel statuut geeft de kaders aan waarbinnen de zorg binnen Mentaalvrij – Mentorplus wordt verleend en beschrijft de te onderscheiden verantwoordelijkheden met de daarbij behorende rechten en plichten van de professional en de instelling. Een en ander laat onverlet de wettelijke voorschriften die op de zorgverlening van kracht zijn, zoals op basis van de Wet kwaliteit klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz), de Wet Beroepsuitoefening Individuele Gezondheidszorg (BIG) en de Wet Geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Het professioneel statuut maakt daarom integraal deel uit van de arbeidsovereenkomst (professional in loondienst) of Overeenkomst van Opdracht (in het geval van door Mentaalvrij – Mentorplus ingehuurde zelfstandige professional) met Mentaalvrij - Mentorplus. Tevens geeft het professioneel statuut de verhouding weer tussen de professionele autonomie van de professional en de verantwoordelijkheid van de instelling.
2. Uitgangspunten en definities
2.1. Professional
Onder ‘professional’ wordt verstaan; de hulpverlener die beroepsmatig diagnostiek, begeleiding of behandeling aan een cliënt verleent. Hiermee wordt zowel de hulpverlener bedoeld, die een arbeidsovereenkomst heeft met Mentaalvrij - Mentorplus als de zelfstandige hulpverlener, die een Overeenkomst van Opdracht met Mentaalvrij - Mentorplus heeft. Indien het onderscheid tussen beide hulpverleners gewenst of noodzakelijk is, zal gesproken worden over ‘de professional in loondienst’ vs. ‘de ingehuurde professional’.
2.2. Cliënt
Eenieder die een behandelingsovereenkomst heeft met Mentaalvrij – Mentorplus of ieder die aan de zorg van Mentaalvrij – Mentorplus is toevertrouwd en op grond van de hulpvraag door de professional wordt begeleid en/of wordt behandeld.
2.3. Instelling / Mentaalvrij - Mentorplus
De organisatie voor GGZ, zijnde Mentaalvrij - Mentorplus, ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder nummer 85987913, van waaruit de professional de zorg verleent als bedoeld in dit professioneel statuut.
2.4. Directie
De door de Raad van Toezicht aangestelde perso(o)n(en) belast met de algehele leiding van de instelling, dan wel de door deze aangewezen functionaris.
2.5. Professionele autonomie
Het in de individuele hulpverlener/cliëntrelatie als professional geven van begeleiding en/of behandeling aan de cliënt, gegeven de wettelijke kaders, de professionele standaard en de instellingskaders voor zover deze niet in strijd zijn met de professionele standaard, zonder inmenging van derden en zonder preventief toezicht van de instelling.
2.6. Verlenen van zorg
Het geheel van activiteiten in het kader van preventie, diagnostiek, behandeling en begeleiding, waaronder het inzetten van methodische (multidisciplinaire) deskundigheid met als doel geestelijke gezondheidsproblemen te voorkomen, dan wel het streven naar herstel of, indien dat niet mogelijk is, binnen de gegeven beperkingen zo veel mogelijk autonoom functioneren.
2.7. Behandeling
Het geheel van activiteiten in het kader van de individuele diagnostiek, therapie en behandeling.
2.8. Behandelingsovereenkomst
De overeenkomst tussen de instelling en cliënt op grond van de WGBO.
2.9. Behandelplan
Het met de cliënt afgesproken individuele plan dat conform de wettelijke eisen beschrijft welk aanbod de cliënt ontvangt naar aanleiding van de hulpvraag.
3. Juridische kaders
3.1. Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen in de Zorg (Wkkgz)
De Wkkgz is een kaderwet die instellingen verplicht tot het verstrekken van zorg (diagnostiek, begeleiding, behandeling en therapie) op een kwalitatief goed niveau. Het toezicht daarop wordt uitgeoefend door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De zorg dient doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht te zijn. Voor de beoordeling van de kwaliteit van zorg gelden onder andere de door de professionals binnen hun beroepsdomein gestelde normen op grond van de professionele standaard, protocollen, richtlijnen en standaarden, naast de binnen de instelling geldende (organisatorische) protocollen en richtlijnen. Daarnaast is het doel van de Wkkgz: openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen en ervan leren, om zo gezamenlijk de zorg te verbeteren. De wet vervangt de wetten Kwaliteitswet Zorginstellingen en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector.
3.2. Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
De instelling is op grond van de WGBO, als instelling die de overeenkomst met de cliënt aangaat, aansprakelijk voor fouten in de zorgverlening, ongeacht waar en door wie de fout in de instelling is gemaakt. De professional is degene die namens de instelling optreedt en voldoet aan de kwalitatieve eisen als in de WGBO gesteld.
3.3. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
De Wet BIG heeft als doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening te waarborgen en beoogt cliënten te beschermen tegen ondeskundigheid en onzorgvuldig handelen van beroepsbeoefenaren. De Wet BIG geeft om die reden een aantal beroepen titelbescherming en regelt deskundigheidsgebieden en beschrijft de aan bepaalde beroepsgroepen voorbehouden handelingen. Voor de GGZ geldt deze wet voor artsen, klinisch psychologen, Gz-psychologen, fysiotherapeuten, tandartsen, apothekers, psychotherapeuten, verpleegkundigen, orthopedagogen, logopedisten, ergotherapeuten en diëtisten.
3.4. Tuchtrecht
De beroepsbeoefenaren als genoemd in artikel 3 van de wet BIG kunnen individueel tuchtrechtelijk worden aangesproken op hun professioneel handelen en/of nalaten, welke aansprakelijkheid/ verantwoordelijkheid niet kan worden overgedragen.
3.5. Wettelijke aansprakelijkheid Beroepsuitoefening
- In het Burgerlijk Wetboek (art. 7:661 BW) is geregeld dat de professional in loondienst niet jegens Mentaalvrij – Mentorplus aansprakelijk is, in de situatie dat de professional in loondienst bij het uitvoeren van de arbeidsovereenkomst schade toebrengt aan Mentaalvrij - Mentorplus of aan een derde, tenzij die schade het gevolg is van diens opzet of bewuste roekeloosheid. Mentaalvrij - Mentorplus vrijwaart de professional in loondienst voor aansprakelijkheid ter zake en ziet af van de eventuele mogelijkheid van regres op de professional in loondienst. Mentaalvrij – Mentorplus voorziet in adequate rechtsbijstand als de professional in loondienst wordt betrokken in een in- of externe klachtprocedure, inclusief tuchtrechtprocedure, tenzij er sprake is van nalatigheid of bewuste roekeloosheid. Dit artikel heeft geen betrekking op strafrechtelijke procedures.
- Tenzij in de Overeenkomst van Opdracht expliciet en schriftelijk anders is overeengekomen, voorziet de ingehuurde professional in diens eigen verzekering m.b.t. beroepsaansprakelijkheid. De ingehuurde professional zal op eerste verzoek van Mentaalvrij - Mentorplus bewijsstukken overleggen, waaruit afdoende dekking voor de betreffende werkzaamheden blijkt.
Mentaalvrij – Mentorplus vrijwaart de ingehuurde professional niet voor schade, welke door de ingehuurde professional is veroorzaakt in de uitvoering van de Overeenkomst van Opdracht. Indien de ingehuurde professional, voortkomend uit de uitvoering van de Overeenkomst van Opdracht met Mentaalvrij - Mentorplus, wordt betrokken in een in- of externe klachtprocedure, inclusief tuchtrechtprocedure, zal de ingehuurde professional zelf zorgdragen voor adequate rechtsbijstand. Wel zal Mentaalvrij – Mentorplus in dat geval alle in redelijkheid te verwachten ondersteuning verlenen aan de ingehuurde professional.
4. Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en onderlinge verhoudingen
4.1. Algemeen
Om als professional te kunnen werken is het noodzakelijk dat de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en onderlinge verhoudingen adequaat zijn geregeld. Alleen dan kunnen professionals ook worden aangesproken op hun handelen.
4.2. De instelling
Mentaalvrij – Mentorplus wordt bestuurd door een directie die uitdien hoofde verantwoordelijk is voor de totale zorg, die wordt verleend. Deze zorg dient doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht te zijn. Daarnaast heeft de instelling een financieel kader, dat de grenzen aan de zorgverlening aangeeft en dat kan nopen tot prioritering in de zorg, die verleend kan worden. De aanwending van de middelen dient zodanig plaats te vinden, dat het leveren van verantwoorde zorg door de hulpverlener geoptimaliseerd wordt. Om de verantwoordelijkheid te kunnen dragen is de directie bevoegd (organisatorische) richtlijnen en protocollen vast te stellen en aanwijzingen te geven, die gelden bij de uitvoering van de werkzaamheden. Eveneens is de directie bevoegd om onderdelen van behandelingen als opdracht uit te besteden aan daartoe gekwalificeerde hulpverleners. Binnen de instelling kunnen door de directie binnen de hiërarchische structuur verschillende lijnfunctionarissen worden aangewezen, die verantwoordelijk zijn voor delen van de organisatie. Naast de organisatorische lijnorganisatie is er een functionele lijn tussen professionals met verschillende niveaus en verantwoordelijkheden.
4.3. De professionals
De professionals ontlenen hun verantwoordelijkheid aan het deskundigheidsgebied, waarvoor zij zijn opgeleid en dienen professioneel autonoom te kunnen handelen binnen de voor hen geldende professionele (wetenschappelijke) standaard en met inachtneming van de met de instelling overeengekomen taken. Indien handelingen voorbehouden zijn aan een bepaalde professional, mogen deze alleen worden verricht door de professional, die daartoe zelfstandig bevoegd is, dan wel in opdracht van de zelfstandig bevoegde. Zij voeren de taken uit in relatie tot de cliënt, zoals vastgelegd in het individuele behandelingsplan of zoals deze voortvloeit uit de wet- en regelgeving. In dit kader zijn verschillende professionals werkzaam met specifieke verantwoordelijkheden, waaronder:
Behandelbeleidsverantwoordelijke professional:
(Regiebehandelaar)
De professional die de verantwoordelijkheid draagt voor de totstandkoming en vormgeving van het behandelbeleid, i.c. zorgprogramma’s. Deze verantwoordelijkheid kan al dan niet gekoppeld zijn aan/voortvloeien uit de functie van de professional binnen de organisatie.
De behandelingsverantwoordelijke:
(Regiebehandelaar)
De professional die primair verantwoordelijk is voor de inhoud en uitvoering van de behandelingsplannen van individuele cliënten. Deze professional is voor de cliënt en anderen aanspreekbaar voor de voorgenomen en uitgevoerde behandeling of begeleiding.
Behandelaar:
De professional die verantwoordelijk is voor (een deel van) de uitvoering van het behandelingsplan ten behoeve van de individuele zorg aan cliënten. Dit laat onverlet dat, waar veelal sprake is van een multidisciplinaire aanpak, elke betrokken professional een eigen verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van dat deel van het behandelingsplan.
5. Specifieke bepalingen
5.1. Voorwaardenscheppend
5.1.1. De directie kan met inachtneming van dit professioneel statuut regels vaststellen aangaande het doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht verlenen van zorg. Als een ingehuurde professional aangeeft opdrachten voor de instelling te zullen uitvoeren, stemt die professional in om de opdrachten volgens de geldende regels van de instelling te zullen uitvoeren.
5.1.2. De directie zal de professionele autonomie van de professionals, zoals in dit professioneel statuut gedefinieerd, respecteren en waarborgen.
5.1.3. De directie verschaft de professionals, binnen de mogelijkheden van de instelling, de noodzakelijke materiële en personele voorzieningen en schept organisatorische kaders en systemen, nodig voor een passende professionele beroepsuitoefening. Deze voorzieningen zullen op een zodanig peil worden gehouden dat een doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte zorg gewaarborgd blijft.
5.1.4. De directie en professionals zullen zich tot het uiterste inspannen om zowel de continuïteit van de zorg als het effectueren van vakantie- en verlofrechten te realiseren. De professionals dragen zorg voor een zodanige regeling van vakantie en verlofdagen dat de kwaliteit van de zorg voor cliënten zoveel mogelijk gewaarborgd is. Ingehuurde professionals zijn primair zelf verantwoordelijk voor het organiseren van vervanging in bovengenoemde gevallen en zijn verantwoordelijk om vakantie/verlof af te stemmen met andere hulpverleners binnen het professionele netwerk om de continuïteit van de zorg te waarborgen.
5.1.5. De directie blijft bij afwezigheid van de professional(s) door ziekte, verlof of vakantie verantwoordelijk voor de continuïteit van de zorg voor de cliënt, die een behandelingsovereenkomst heeft met de instelling.
5.1.6. De directie kan voor professionals in loondienst in uitzonderlijke omstandigheden het verlof intrekken.
5.2. Zorgverlening
5.2.1. De professional zal cliënten behandelen, waar nodig in multidisciplinair verband, en betrekt hierbij in voorkomende gevallen met toestemming van de cliënt de familie. De directie draagt er zorg voor dat per cliënt één professional verantwoordelijk is voor het (doen) opstellen en uitvoeren van het behandelingsplan.
5.2.2. De professional draagt zorg voor een met de cliënt besproken behandelingsplan, dat voldoet aan de wettelijke eisen, alsook voor een methodische evaluatie van dit behandelingsplan, waarbij de cliënt betrokken wordt.
5.2.3. De professional zal de cliënt en zo nodig de wettelijke vertegenwoordiger(s) in zo begrijpelijk mogelijke taal informatie verstrekken over de behandeling/begeleiding van de cliënt, waaronder voorgestelde behandeling en/of onderzoek.
5.2.4. De professional vangt eerst aan met de behandeling na toestemming van de cliënt of diens wettelijke vertegenwoordiger(s). Alleen in gevallen bij wet toegestaan kan de behandeling zonder toestemming plaatsvinden. Indien nodig overlegt de professional, in overleg met de cliënt, met de verwijzer of huisarts.
5.2.5. De professional geeft niet zonder toestemming van de cliënt informatie aan derden en niet dan nadat de gerichte informatie besproken is met de cliënt, tenzij wettelijke bepalingen hiervoor een specifieke uitzondering geven. De instelling draagt zorg voor een privacyreglement ter zake.
5.2.6. Indien de professional gegronde redenen meent te hebben de behandeling/begeleiding van een cliënt niet op zich te nemen, dan wel af te breken, dan overlegt hij dit met de daarvoor aangewezen leidinggevende en draagt, indien de professional besluit de behandeling/begeleiding niet op zich te nemen dan wel af te breken, zorg voor voldoende continuïteit van de behandeling/ begeleiding.
5.2.7. De professional behandelt/begeleidt de cliënt onder zijn persoonlijke verantwoordelijkheid, binnen de grenzen van zijn bekwaamheid en in overeenstemming met de voor hem geldende professionele standaard, binnen de door de instelling vastgestelde protocollen en richtlijnen vanuit de beroepsgroep.
5.2.8. De professional schakelt, indien hij de grenzen van zijn bekwaamheid bij voortzetting van de behandeling/begeleiding zou overschrijden, een collega in die wel de bekwaamheid bezit, die dan gehouden is deze (specifieke) bekwaamheid/deskundigheid in te zetten.
5.2.9. Afhankelijk van de aard van de hulpvraag van de cliënt en van het deskundigheidsgebied van waaruit het aanbod geleverd wordt, wordt bepaald welke professional uit welke discipline wordt ingezet.
5.2.10. De psychiater wordt tenminste ingeschakeld en bij evaluaties betrokken indien:
- Er psychiatrische diagnostiek nodig is;
- Er zich veranderingen voordoen in het psychiatrisch beeld;
- Wanneer er gevaar dreigt voor anderen of voor de cliënt;
- Wanneer farmacotherapeutische behandeling overwogen, ingesteld of aangepast wordt;
- Indien opname, vrijwillig dan wel gedwongen, overwogen wordt;
- Indien ontslag uit behandeling, anders dan in het behandelingsplan voorzien, overwogen wordt;
- Indien medisch coördinerende zorg nodig is bij somatische problematiek.
5.2.11. Psychiaters kunnen taken en verantwoordelijkheden binnen daartoe in de instelling geldende regels delegeren aan andere BIG-geregistreerde hulpverleners en behandelaren die voorkomen in de DBC-beroepentabel van de NZa, waarvan het tijdschrijven afleidt naar een zorgproduct.
5.2.12. De professional draagt binnen zijn verantwoordelijkheidsgebied bij aan de totstandkoming van en het onderhouden van externe relaties, zodat indien nodig een goede overdracht van cliënten naar andere instellingen dan wel collega-hulpverleners gewaarborgd is.
5.2.13. De professional is gehouden medewerking te verlenen aan het tot stand komen en implementeren van (zorginhoudelijke) richtlijnen, protocollen die ook instellingsgebonden kunnen zijn.
5.3. De professionele standaard
5.3.1.De professional in loondienst is gehouden en de directie stelt hem daartoe ook in staat zijn deskundigheid en bekwaamheid op peil te houden dan wel uit te breiden, zodanig dat hij voldoet aan de eisen die in redelijkheid aan hem als hulpverlener mogen worden gesteld. Hij dient in dat kader zorg te dragen dat hij geregistreerd blijft in het voor hem geldende register als bedoeld in de Wet BIG of een vergelijkbaar erkend register. De ingehuurde professionals blijven zelf verantwoordelijk om hun bekwaamheid op peil te houden en daarvoor bij- en nascholing te volgen, ook in het kader van de (her)registratie.
5.3.2. De professional toetst zijn hulpverlenend handelen regelmatig aan de ‘evidence’ en consensus hiervoor binnen zijn beroepsgroep.
5.3.3. De directie stelt de professionals in de gelegenheid regelmatig met elkaar te overleggen betreffende de vakinhoudelijke ontwikkeling, teneinde de kennis en kunde op peil te houden. In formele zin biedt Mentaalvrij - Mentorplus hiervoor de mogelijkheid deel te nemen aan het Multidisciplinair Overleg (MDO) wat 1x per week plaatsvindt.
5.4. Procesverantwoordelijken
5.4.1. De professionals zullen in opdracht van de instelling aan ingestelde commissies deelnemen, mits daar behoefte toe is vanuit de instelling.
5.4.2. De professional draagt bij het uitvoeren van een opdracht zorg voor een goede dossiervorming en informatieoverdracht (met toestemming van de cliënt) en geeft alle relevante informatie aan andere professionals die bij de zorgverlening aan deze cliënt betrokken zijn.
5.4.3. De professional zal bij doorverwijzing van de cliënt overleg plegen met de directie van [Naam organisatie], waarna in overleg beoordeeld wordt welke verwijzing het beste aansluit bij de problematiek van de cliënt. De hulpverlener draagt vervolgens zorg voor het tot stand komen van de verwijzing en periodiek overleg over de voortgang van de behandeling.
5.4.4. Bij (on)voorziene afwezigheid draagt de professional zorg voor een adequate overdracht en voor toegankelijke informatie ten behoeve van degene(n) die hem waarneemt (waarnemen) of vervangt (vervangen). Voor zelfstandig werkende professionals met een BIG-registratie is de wijze waarop deze vervanging tot stand komt vastgelegd in het individuele kwaliteitsstatuut.
5.4.5. De waarnemend professional heeft voor wat betreft de zorg aan de cliënt gedurende de tijd dat wordt waargenomen dezelfde verantwoordelijkheden als de oorspronkelijke professional.
5.5. Dossiervorming, informatieverstrekking aan derden
5.5.1. De professional is gehouden van iedere door hem te behandelen/begeleiden cliënt, met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de binnen de instelling voorgeschreven regels, een cliëntendossier bij te houden.
5.5.2. De directie zorgt voor een protocol ten aanzien van registratie van persoonsgegevens, dossiervorming, inzagerecht en reglementen bescherming persoonsgegevens, overeenkomstig de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
5.5.3. De professional is gebonden aan zijn wettelijke geheimhoudingsplicht ten aanzien van de cliënten en het dossier.
5.5.4. Het gebruik maken van niet tot de cliënt herleidbare gegevens uit dossiers ten behoeve van wetenschappelijke publicaties dan wel onderzoeken, geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen en alleen met toestemming van de behandelverantwoordelijke professional. Van cliënten die niet meer in zorg zijn, is toestemming van de directie noodzakelijk. Voor gebruik van tot de cliënt herleidbare gegevens ten behoeve van de externe verantwoording is toestemming van de cliënt dan wel de wettelijke vertegenwoordiger nodig.
5.5.5. De directie draagt er zorg voor dat de cliëntendossiers worden bewaard overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en dat de bewaring zodanig is dat onbevoegden daarvan geen kennis kunnen nemen.
5.6. Bedrijfsvoering
5.6.1. De ingehuurde professional verbindt zich via de Overeenkomst van Opdracht aan het kwaliteitssysteem waarmee [Naam organisatie] werkt en legt zich toe een actieve bijdrage te leveren aan de kwalitatieve rapportage en registratie van zijn verrichtingen volgens de daarvoor binnen Mentaalvrij - Mentorplus geldende regels. De professional in loondienst verbindt zich voor het gelijke via de Arbeidsovereenkomst.
5.6.2. De professional houdt zich aan de afspraken, zoals vastgelegd in protocollen en richtlijnen geldend binnen de beroepsgroep, met inachtneming van de mogelijkheid daarvan in het belang van de cliënt gemotiveerd af te wijken.
5.6.3. De professional houdt zich bij extern optreden aan de afspraken en regels die binnen de instelling gelden betreffende de contacten met de pers, media en andere instanties.
5.6.4. De professional zal medewerking verlenen aan de totstandkoming en uitvoering van het kwaliteitsbeleid van de instelling.
5.6.5. De professional levert binnen redelijke grenzen een bijdrage aan instructie en opleidingsactiviteiten en het leveren van cliënteninformatie.
6. Relatie professioneel statuut en rechtspositie
6.1. Het professioneel statuut is onverbrekelijk verbonden met de arbeidsovereenkomst tussen de instelling en de professional in loondienst. In het geval van een ingehuurde professional vormt het in acht nemen van dit professioneel statuut een onderdeel van de Overeenkomst van Opdracht en wordt die inachtneming meegenomen in de jaarlijkse leveranciersbeoordeling.